Het groene kantoor heeft de toekomst
ENERGIENEUTRAAL | Gebouwen behoren tot de grootste 'stiekeme' milieuvervuilers. In 2050 moeten ze helemaal energieneutraal zijn: ze mogen geen CO₂ meer uitstoten. Is dat haalbaar?

De nieuwbouw van Alliander in Duiven. © Josanne van der Schoot
Onze gebouwen kunnen zeker energieneutraal worden, zeggen honderd pand- eigenaren en huurders met in totaal 36 miljoen vierkante meter kantoorpand. O ja? zeggen milieuclubs en klimaatdeskundigen. De laatsten vinden dat de overheid bouwers, architecten, beheerders en opdrachtgevers veel meer achter de broek moet zitten. Door hun verwarmings- en koelinstallaties, verlichting en elektriciteitsverbruik zijn bedrijfspanden onopvallende milieuvervuilers. Schonere panden zijn volgens de overheid echter keihard nodig om de afgesproken klimaatdoelstellingen van 'Parijs' te halen.
20 procent minder
Een van de eisen is dat gebouwen in 2020 20 procent minder energie gebruiken in vergelijking met 1990. Op de lange termijn (in 2050) moeten panden zelfs helemaal 'energieneutraal' zijn, ofwel geen CO2 meer uitstoten. Om hier vaart achter te zetten, heeft de overheid nog een andere eis ingevoerd: in 2023 moeten álle kantoorgebouwen energielabel C of hoger hebben.
De energielabels lopen van A (heel energiezuinig) tot en met G (verouderd en slecht geïsoleerd). Panden die straks label D of slechter hebben - en dat gaat naar schatting om de helft van de totale kantorenvoorraad in Nederland - mogen niet meer worden gebruikt.
Vertegenwoordigers van grote bedrijven als Shell, AkzoNobel, ABN Amro, Randstad, Unilever, DSM, Specsavers en de Rijksgebouwendienst zeggen tijdens een grote bijeenkomst over circulaire huisvesting - een hip verzamelbegrip voor duurzaam en energiezuinig bouwen - dat overheidsdwang helemaal niet nodig is. Het leeuwendeel van de ongeveer 50 conferentiebezoekers is sowieso van plan - los van de overheid - 15 tot 30 euro per vierkante meter per jaar méér uit te geven aan verduurzaming van de verlichting, de gevel en het dak.

Nieuw gebouw, oude materialen. © Josanne van der Schoot
'Massale bereidheid'
Voor Bram Adema, expert op het gebied van duurzaamheid en directeur van adviesbureau CFP, is deze massale bereidheid het bewijs dat er de komende jaren 'grote stappen gezet gaan worden' op weg naar een circulaire huisvesting: met minimale inzet van grondstoffen en nieuwe materialen panden gezond en functioneel maken. Adema: ,,Inzetten op energiebesparing is een eerste stap op weg naar circulaire huisvesting.''
Sommige bedrijven zeggen die investering alleen te willen doen omdat het geld kan opleveren: een groener pand verbruikt bijvoorbeeld minder energie, waardoor die rekening ook flink omlaag kan. Maar de meeste bedrijven geloven dat werknemers gezonder en productiever zijn in betere gebouwen, die ook nog eens een hogere marketingwaarde hebben.
Millenials
Zo merkt directeur Mark van Rijt van ABN Amro dat met name jongeren willen werken voor bedrijven die duurzaam bezig zijn. ,,Millennials stellen andere eisen aan werkgevers, ze worden niet alleen gedreven door salaris, maar vinden duurzaamheid en zingeving zeker zo belangrijk."
Hoewel verduurzaming dus goed is voor het imago van veel bedrijven, zullen eigenaren én huurders wel een flinke duit in het zakje moeten doen. Volgens berekeningen van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) is de komende jaren 1 miljard euro nodig om álle gebouwen op energielabel C te krijgen.
Haalbaar
Adema denkt - zeker gezien de bereidheid onder eindgebruikers - dat dit voor veel panden haalbaar is; ook op onaantrekkelijke plekken en met een 'bruin' label. ,,Slopen van oude panden en nieuwbouw neerzetten is zeker geen oplossing. Dat is niet bepaald duurzaam en pakt bovendien vaak duurder uit dan renovatiewerk."
Een investering in isolatie of led-verlichting, waarmee een pand dat nu nog label G heeft straks een label C kan krijgen, is volgens Adema al binnen een paar jaar terug te verdienen. ,,Het financieel rendement van een duurzame renovatie ligt tussen de 7 en 15 procent."

Laadpunt voor elektrische auto's bij Alliander. © Josanne van der Schoot
Symboolpolitiek
Deelnemers aan de conferentie zien overheidssubsidie als 'een welkome versneller' om de panden te verduurzamen, maar de helft benadrukt dat ze subsidie niet nodig hebben om ze over de streep te trekken. ,,Die financiële prikkel heeft geholpen bij de opmars van zonnepanelen, maar uiteindelijk heb je intrinsieke motivatie nodig om dit echt te laten slagen", laat een van de bedrijven weten.
En wat die stok achter de deur betreft: dat is vooral symboolpolitiek, denkt het gros van de deelnemers. Navraag onder leden van Creme Nederland, een platform van eindgebruikers van vastgoed, leert dat de soep echt niet zo heet zal worden gegeten. ,,Als Philips of DSM in een pand zit met label G, dan gaat de overheid echt niet zeggen: sluiten dat pand", zegt een van de leden. Al was het maar vanwege de werkgelegenheid.
Kantoor met windmolen Aftandse panden, moet je die nu slopen of toch nieuw leven inblazen? Netwerkbedrijf Alliander koos met zijn pand in het Gelderse Duiven heel bewust voor dit laatste. Begin 2011 stond er nog een verzameling kleurloze gebouwen uit de jaren 80 waar 600 medewerkers werkten. Nu is het omgetoverd tot één complex met ruimte voor 1.550 mensen.
En het bijzondere: het is een van de weinige gebouwen in Nederland waarbij zo'n beetje alle materialen van die oude gebouwen zijn hergebruikt. Van de plafondplaten, bakstenen, vloeren, stoelen, muren tot de toiletpotten. Zelfs de werkkleding van de buitendienstmedewerkers van Alliander heeft een nieuw leven gekregen: die zijn versnipperd en verwerkt tot isolatiemateriaal. ,,We hadden één duidelijk doel voor ogen: we wilden een circulair gebouw neerzetten waar onze medewerkers fijn kunnen werken en klanten het gevoel hebben dat ze welkom zijn", vertelt Paul Wentink, manager corporate real estate van Alliander. ,,Maar hoe we dat moesten doen en hoe dat pand er precies moest komen uit te zien, dat wisten we vooraf niet." Alliander vroeg marktpartijen, medewerkers en de buren op het industrieterrein mee te denken. Soms stuitte het netwerkbedrijf op obstakels in de regelgeving, maar bij de vergunningverlening stelden gemeente en de brandweer zich flexibel op. ,,Ook zij hadden geen ervaring met dit soort nieuwe ontwikkelingen." Uiteindelijk is er in Duiven een energiepositief gebouw verrezen. Zo wekt Alliander zijn eigen energie op via zonnepanelen en windmolens op het terrein en vangt het regenwater op waarmee de toiletten worden doorgespoeld. Het is ook goedkoper dan sloop en nieuwbouw. Wentink: ,,Met dit gebouw laten we zien dat het mogelijk is om iets 'nieuws' te maken van oude gebouwen."
Bron: ad.nl